Nieuws

Proef met smalle weegbree en beweiding om emissies te verlagen

Gepubliceerd op
4 april 2024

Beweidingsstrategieën met kruidenrijk grasland worden steeds interessanter: het zou de methaanemissie uit de pens van koeien verlagen en de biodiversiteit verhogen. Daarom onderzocht Wageningen Livestock Research of smalle weegbree tijdens beweiding de methaanemissie kan verlagen. De onderzoekers vonden geen reductiepotentie van smalle weegbree op de enterische methaanemissie.

Smalle weegbree

Beweidingsstrategieën kunnen helpen de emissie van broeikasgassen en ammoniak uit de melkveehouderij te verlagen. Een strategie die steeds interessanter lijkt is het integreren van kruidenrijk grasland. Kruiden kunnen namelijk de methaanemissie uit de pens van koeien, de enterische methaanemissie, verlagen. Ook kunnen veerkrachtige kruiden zoals smalle weegbree de stikstofefficiëntie verhogen en de biodiversiteit verbeteren.

Hogere methaanemissie bij smalle weegbree

Op Dairy Campus in Leeuwarden graasden koeien onbeperkt in vier verschillende groepen: twee groepen graasden op stroken met enkel Engels raaigras en twee groepen graasden op stroken met Engels raaigras en smalle weegbree. In drie periodes van vier weken verzamelde WLR gegevens over de enterische methaanemissie met GreenFeeds in de wei. Smalle weegbree verlaagde in deze proef de methaanemissie niet. De methaanemissie was zelfs iets hoger bij de koeien die graasden op smalle weegbree. Dit verklaren de onderzoekers aan de hand van de voederwaarde van smalle weegbree. Met een hoger ADL-gehalte is de verteerbaarheid, en daardoor ook de passagesnelheid in de pens, lager. Dit kan zorgen voor een hogere methaanemissie.

Behoud van smalle weegbree in het grasland bleek lastig

Wanneer koeien dag en nacht grazen en de groeiomstandigheden voor Engels raaigras gunstig zijn (voldoende water en zon), kan het een uitdaging zijn om smalle weegbree in het grasland te behouden. Het aandeel smalle weegbree in het grasland varieerde tijdens de studie tussen 8 en 25%. Mogelijk was dit aandeel te laag om de enterische methaanemissie te verlagen. Ook kan het zijn dat de koeien selectief hebben gegraasd in het kruidenrijke perceel, waardoor de daadwerkelijke opname van smalle weegbree lager was dan ingeschat. Bij het inzaaien van smalle weegbree zal rekening gehouden moeten worden met de competitie van snelgroeiende grassen en onkruiden. Vervolgonderzoek met verschillende hogere aandelen smalle weegbree in het grasland of in het rantsoen op stal kan dan meer inzicht geven in het effect op de enterische methaanemissie.